Over mensenrechten– 800 jaar Dominicanen

Elk mens is vrij en heeft een eigen waardigheid. Dat gold voor de Indianen in de 16eeeuw evenzeer als voor gevangenen, vluchtelingen en extremisten nu. Die schurende waarheid werd zaterdag verkend tijdens een studiedag over dominicanen en mensenrechten.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Dominicanen hebben een fascinerende geschiedenis met de mensenrechten. Er loopt een lijn van de woedende preek van Antonio de Montesinos in 1511 – ‘Zijn zij dan geen mensen?’, hield hij de Spaanse veroveraars in Hispaniola voor – naar de wetten van Burgos uit 1532. In die wetten werd voor het eerst gesproken over de rechten van mensen die door velen beschouwd werden als ongelovige wilden.

De studiedag, georganiseerd door de Dominicaanse Lekengemeenschap in de Nijmeegse Dominicuskerk, was deel van de viering van het achtste eeuwfeest. Het was ook het eerste publieke optreden van Richard Steenvoorde o.p., een van de jonge dominicanen. Aan het einde van zijn toespraak vroeg hij zijn meest oudere aanwezige zusters en broeders voor hem te bidden.

Richard is gepromoveerd in het internationaal recht, is tevens filosoof én studeert nu nog theologie in Oxford. Bij uitstek is hij dus degene die iets kan vertellen over dominicanen en mensenrechten, toegespitst op Francisco Vitoria (1493-1546), gerespecteerd jurist en theoloog in Salamanca.

Er dreigt weer een tweedeling tussen burgers en rechtelozen, zette hij zijn verhaal op scherp. In vroegere culturen hadden alleen mannelijke burgers rechten, anderen waren slechts vrouw of slaaf. In onze tijd ligt alle aandacht bij autonome mondige individuen, andere groepen hebben het in onze samenleving moeilijk. ‘Nieuwkomers moeten integreren, ten koste van veel, terwijl we tegelijk grote moeite hebben om te bepalen wat wij samen zijn en wat wij beschermen’, aldus Richard.

Een basaal inzicht van de dominicaanse traditie is dat je niet kunt verkondigen en aan iemands heelheid kunt bijdragen als

Richard Steenvoorde

Richard Steenvoorde

je niet eerst luisterend aanwezig bent bij je gesprekspartner. Timothy Radcliffe, huisgenoot van Richard in Oxford, benadrukt dat vaak. ‘En luisteren levert het meeste op als je luistert naar de stemlozen’, zei Richard. ‘Als je met de ogen van Christus kijkt, zie je eerst de mensen in de marges’.

Francisco Vitoria was twintig jaar hoogleraar op de prestigieuze leerstoel in Salamanca, van 1526 tot zijn dood in 1546. Hij heeft weinig geschreven, was vooral een goed docent en een adviseur van Keizer Karel V.

Er was in Spanje destijds grote morele verontwaardiging over het gedrag van de veroveraars in de Nieuwe Wereld. Vitoria stelde dat Indianen ‘mensen en onze naasten zijn’, dat zij net als iedereen onder het natuurrecht vielen en recht hadden op eigendom.

De tweede spreker op deze dag was de Vlaamse journaliste Lucette Verboven, schrijfster van het boek Ongewone wegen, met portretten van dominicanen wereldwijd. Zij schilderde in haar lezing de veelvormigheid van deze traditie én de worteling daarvan in de menselijkheid van ieder mens. ‘Onder de grondrechten van de mens ligt een behoefte om liefgehad te worden. De liefde van God is het begin van alles.’

Verboven pleitte ervoor dat juist dominicanen in gesprek gaan met neonazi’s en moslimfundamentalisten. ‘Als we er echt uit willen komen, redden we het niet met bombardementen en bomgordels’, zei ze, ‘maar moeten we met elkaar in gesprek. Juist dominicanen zijn daar traditioneel sterk in: erop af, samen zwijgen, denken en praten.’

In de middag waren er levendige workshops over onder meer mensenrechten en vrouwenhandel, slavernij en gevangenissen.

 workshop vrouwenhandel

workshop vrouwenhandel

workshop gevangenen

workshop gevangenen